Lodewijk

‘Ik kom al sinds 1985 in het Inloophuis.’ 

Ik ben Lodewijk, 73 jaar

Tot mijn negende woonde ons gezin in Nieuw Guinea. Rond 1960 vertrokken we naar Nederland wegens de strijd tussen Indonesië en Nederland om Nieuw Guinea. Mijn ouders hebben in WOII veel geleden: mijn vader heeft in een Jappenkamp gezeten en mijn moeder zag haar Chinese vader, plantagehouder, door Japanners onthoofd worden.

Ondanks alle ellende hebben ze altijd goed voor ons gezorgd. Als ik te laat thuis kwam, stond mijn bordje onder een afdekkap voor mij klaar, we kregen cadeautjes, en mijn moeder zat er achteraan dat mijn broer, twee zussen en ik goede opleidingen kregen.
Er was een periode dat het niet zo goed ging tussen mijn ouders en mij en toen ben ik een half jaar bij een psycholoog/psychiater op de Witte Singel geweest, die zei: ‘We gaan dit doen zonder medicijnen.’

Ook ben ik naar een soort werkkamp gestuurd waar ik in vier maanden veel leerde: praktische dingen, handvaardigheid zoals linoleum snijden, werken met dieren. Ik vond het daar geen straf. Tussen mijn ouders en mij is het goed gekomen.

Werk 

Op de ambachtsschool heb ik metaalconstructie en precisiebankwerk gestudeerd. Via uitzendbureaus heb ik eerst als tekenaar en met de computer (ponsbanden) gewerkt. Die computer vond ik niet leuk en als tekenaar maakte ik veel vlekken. Ik werkte daarna als leerling-tekenaar, en werd steeds beter.
Via het arbeidsbureau en op eigen initiatief heb ik enkele technische opleidingen gedaan.
Ik heb op veel verschillende plaatsen in veel verschillende bedrijven gewerkt: als operator achter numeriek bestuurde verspaningsmachines, als checker designer, ontwerper en technical designer, onder andere in Apeldoorn, bij een pompenbedrijf in Arnhem, bij Shell Pernis, bij DSM en bij John Brown. Soms kreeg ik ontslag, soms nam ik het.

Het inloophuis  

Ik ontmoette mensen van een Evangelische kerk op straat, die zeiden: ‘Kom eens gezellig bij ons kijken!’ Ik heb daar een pastorale cursus ‘teaching en coaching’ gevolgd.
In 1985 was ik hun folders aan het verspreiden toen ik Bert ‘Buik’ ontmoette, hij was verward en had buikproblemen. Hij nodigde me uit voor een bakje koffie in het Inloophuis.
Dankzij mij is Ans, die ik via de kerk kende, er vrijwilligster geworden, en gebleven: 33 jaar!
De eerste tijd was het Inloophuis, Rapenburg, een rommeltje, o.a. door drank en drugs, totdat in 1988 een betaalde kracht de leiding kreeg, Ria Stelck-Derksen.

In het Inloophuis vind ik de muziek, dansen, karaoke en de uitjes leuk en ik heb orgel gespeeld. Nu staat er alleen een piano, waar ik niet op durf te spelen. Ik kom er vooral om TV te kijken. Ik houd van het nieuws, geschiedenis en RTL-films. Sommigen houden óók van geschiedenis. Ik houd niet van voetbal, anderen wel.

Vroeger had ik hobby’s zoals karaoke, dansen, zelfverdedigingssporten, toneelspelen. Maar ik was ook veel alleen en dat is door het Inloophuis veranderd. Ik zou het Inloophuis missen.
Ik heb jarenlang bij sluitingstijd alle trappen van het Inloophuis beklommen om te controleren of de deuren op slot waren en of er zich geen insluipers verstopt hadden.

Klik hier voor de andere verhalen