Angststoornissen
Er is sprake van een angststoornis als iemand in het dagelijkse leven wordt belemmerd door irreële angsten.
Angst is een gevoel dat optreedt bij dreigend gevaar. Dit gevoel ontstaat bij dreiging of als iemand iets als bedreigend ervaart. Angsten zijn meestal heel nuttig. Als er bijvoorbeeld een auto met hoge snelheid op je af komt rijden dan is het handig dat je angst ervaart want dat zorgt er voor dat je snel opzij springt. Angst brengt je lichaam in staat van paraatheid en dat maakt dat je snel kunt reageren. Angst is dus vaak een gezonde reactie op dreigend gevaar.
Sommige mensen zijn bang terwijl er niet echt een reden is. Als een angst geen reële grond heeft en iemand last heeft van de angst en deze invloed heeft op je dagelijkse leven, is er sprake van een stoornis.
De grens tussen gewone angst en een angststoornis is moeilijk te trekken. Bang zijn voor slangen is verstandig. Maar wanneer iemand al verstijft bij het zien van een slang op de televisie, is er sprake van abnormale angst. Kenmerkend voor een angststoornis is dat de angst buitensporig is en niet realistisch. Iemand heeft er zoveel last van dat het zijn dagelijks leven ernstig belemmert. In een dergelijk geval is er sprake van buitensporige angst. Mensen met zulke angsten brengen vaak doodgewone situaties in verband met angst. Ze gaan die gewone situaties steeds meer vermijden. Terwijl hun angst er niet door afneemt. Iemand met buitensporige angsten heeft een angststoornis.
Angststoornissen zijn in de psychiatrie de meest voorkomende aandoeningen. Er zijn verschillende soorten angststoornissen. De bekendste zijn:
- Paniekstoornis
- Agorafobie
- Specifieke fobie
- Sociale fobie
- Obsessieve-compulsieve stoornis (dwangstoornis)
- Posttraumatische stressstoornis
- Gegeneraliseerde angststoornis
Oorzaken
Waarom de ene persoon een angststoornis krijgt en de ander niet, is niet helemaal duidelijk. De een lijkt meer kwetsbaar te zijn dan een ander. Erfelijkheid speelt waarschijnlijk een grote rol, omdat angststoornissen vaker in sommige families voorkomen dan in andere. Waarschijnlijk hebben sommige neurotransmitters invloed op iemands gevoeligheid voor angst en paniek. Ook spelen omgevingsinvloeden mee, de manier waarop een persoon met angst omgaat is voor een deel aangeleerd. Opvoeding en ervaringen uit het verleden dragen hieraan bij.
Behandeling
Angststoornissen kunnen worden behandeld door middel van psychotherapie en medicatie. Een vorm van gedragstherapie die bewezen heeft goed te werken is systematische desensitisatie. Deze therapie slaat vaak goed aan bij het behandelen van een fobie. De cliënt wordt hier steeds blootgesteld aan het voorwerp van zijn angst terwijl men hem een aan angst tegengestelde emotie zoals ontspanning laat ervaren, met als doel dat de angst afneemt. Medicatie zoals benzodiazepines kunnen alleen op korte termijn helpen bij het verminderen van angst en spanning. Bij paniekaanvallen slaan SSRI’s (soort Antidepressiva) vaak goed aan.
Meer informatie
Voor meer informatie over angststoornissen kun je contact met ons opnemen.
Paniekstoornis
Mensen die vaak (ook zonder aanleiding) in paniek raken en aldoor bang zijn om opnieuw een paniekaanval te krijgen, hebben een paniekstoornis. Een paniekstoornis beheerst het leven van een persoon en kan jaren duren. Perioden met veel en weinig klachten wisselen elkaar af. Mogelijke klachten die op een paniekaanval wijzen zijn:
- Hartkloppingen, transpireren, duizeligheid, beven;
- Hyperventilatie, benauwdheid;
- Tintellingen of een doof gevoel in handen en/of voeten;
- Misselijkheid of diarree;
- Het gevoel niet meer te weten wie of waar iemand is
- Gevoel van controleverlies, gek te worden of dood te gaan.
- Specifieke of enkelvoudige fobie
Dit soort fobieën zijn gericht op een specifiek onderwerp, situatie of activiteit. Voorbeelden zijn spinnenfobie, hoogtevrees en vliegangst. Ook claustrofobie (angst voor gesloten ruimtes) valt hieronder.
Sociale fobie
Iemand die alsmaar bang is voor de kritiek of reactie van anderen heeft een sociale fobie. Alleen al de gedachte dat hij/zij moet blozen, trillen of transpireren, kan grote angst oproepen. Een sociale fobie kan een grote belemmering zijn in het dagelijks leven omdat veel sociale situaties worden vermeden, zoals een etentje of een feestje.
Sommige mensen hebben grote angst voor het spreken in groepen, zoals het houden van een voordracht. Soms is de angst situatiegebonden, een persoon heeft deze wel bij een presentatie maar niet in een informele setting zoals bij een diner. Anderen zijn bang in alle sociale situaties, zelfs een telefoongesprek kan een probleem vormen.
Obsessief-compulsieve stoornis
Deze stoornis wordt gekenmerkt door terugkerende ongewenste gedachten, vaak vergezeld door een dwangmatig ritueel, waarbij gedrag of een handeling zich steeds herhaald. Gedachten kunnen gaan over hygiëne, persoonlijke veiligheid of veiligheid van iemands eigendommen. Er kunnen ook obscene of gewelddadige gedachten opkomen die helemaal niet bij de persoon passen.
Voorbeelden van dwanghandelingen zijn het veelvuldig handen wassen en het steeds controleren of ramen en deuren gesloten zijn. Een persoon is er meestal van bewust dat zijn gedrag irrationeel is, maar kan er niets tegen doen. Uitvoering van een dergelijk ritueel geeft kortdurende opluchting, maar in ernstige gevallen kan het honderden keren per dag worden uitgevoerd en het sociale leven verstoren.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Bij mensen die iets ernstigs hebben meegemaakt (oorlog, overval, seksueel geweld) kan deze gebeurtenis steeds op een indringende manier in hun gedachten of dromen terugkomen. De gebeurtenis lijkt zich steeds opnieuw voor hun ogen af te spelen, iemand beleeft het telkens weer. Mensen met een posttraumatische stressstoornis doen er alles aan om deze gedachten te vermijden. Ze gaan bijvoorbeeld niet meer naar een plek die te maken heeft met het voorval en mijden personen die met de nare gebeurtenis te maken hebben.
Ook gebruiken sommige mensen middelen om de pijn, verdriet en angst te verdoven, zoals alcohol, drugs en kalmeringsmiddelen. Mensen met deze stoornis kunnen erg prikkelbaar zijn, snel en hevig schrikken, kunnen zich niet goed concentreren of kunnen plotseling een enorme woede-uitbarsting krijgen Symptomen van een posttraumatische stressstoornis kunnen soms pas jaren na de gebeurtenis opspelen.
Gegeneraliseerde angststoornis
Een persoon met een gegeneraliseerde angststoornis maakt zich voortdurend ernstige zorgen over allerlei dingen in het dagelijks leven, terwijl daar weinig aanleiding voor is. Dit vindt vaak onbewust plaats. Iemand zit bijvoorbeeld continu in angst over werk, vakanties, betalingen en over wat er in de toekomst gaat gebeuren.
Mensen met deze stoornis zitten voortdurend te piekeren, zijn rusteloos en prikkelbaar. Ze hebben concentratieproblemen, zijn gespannen en moe. Er kunnen ook slaapproblemen en spierklachten ontstaan. Deze stoornis wordt ook wel piekerstoornis genoemd.